Vak Wieldrecht - 2e fase
Recapitulatie
Alle gebeurtenissen in de ochtend van 10 mei 1940 in het centrale deel van het Eiland van Dordrecht zijn zeer complex en lastig te volgen, zeker als men in de omgeving niet bekend is. Naast het bestuderen van de stafkaart is het dus zaak overzicht te bewaren door de ontwikkelingen tussendoor samen te vatten.
De Nederlandse verdediging terplaatse werd rond 0500 uur totaal overrompeld door de Duitse luchtlanding. Men was er niet op voorbereid en bovendien waren de bevelen vanuit de staf Vesting Holland funest gebleken voor de paraatheid. De eenheden waren niet in de hoogste staat van strijdvaardigheid, en wellicht nog belangrijker, niet voorzien van munitie.
Toen de parachutisten van 2./FJR1 en 4./FJR1 midden tussen de Nederlandse stellingen landden en daar nauwelijks parate oppositie vonden, was de verdediging van het centrum van het Eiland bij voorbaat kansloos. De Duitsers waren in staat de Nederlandse vuurmonden ?? 20 stuks ?? uit te schakelen. Stukken 7-veld werden de sloten in gereden en stukken 12 lang staal op andere wijze uitgeschakeld. De kleine contingenten Nederlandse wachtposten bij de diverse veldstellingen waren volstrekt kansloos tegen de honderden Duitse parachutisten die rondom hen landden. Ze werden uitgeschakeld.
Hoewel de Duitse landing niet volgens plan verliep, kregen zij alle kans zich te herstellen van de losgeraakte verbanden. Het betekende dat de eveneens in de eerste golf gelande regimentsstaf spoedig de verbanden herstellen kon en opdrachten uitgaf die synchroon liepen met de tactische briefing vooraf in Duitsland. Zo werd de 2e compagnie al snel ingezet om omgeving van Tweede Tol veilig te stellen, daarbij ondersteund door een deel van de 4e compagnie die tegelijkertijd de rijksweg moest beveiligen. Tegelijkertijd diende de 4e compagnie zorg te dragen voor een verdedigingscherm op de dijken rond de Nederlandse batterijen.
Regimentscommandant Oberst Br uer maande zijn eenheden tot spoed, en al binnen twee uur was men op weg om noordwaarts de route naar de brug veilig te stellen. Regimentstroepen alsmede een element van 2./FJR1 werden ingezet om een dun zuidelijk en westelijk perimeter scherm te vormen rond Tweede Tol. De opmars naar Gravestein en Amstelwijck leverde enkele gevechten op die weliswaar een numeriek sterkere tegenstander (dan verwacht) etaleerden, maar die verhoudingsgewijs snel in Duits voordeel konden worden beslecht. Tegen 1100 uur was er in de sector tussen Tweede Tol en Amstelwijk al een score van honderden Nederlandse gevangenen. Het aantal Duitse slachtoffers was verrassend laag.
Intussen was het Br uer wel duidelijk geworden dat de missie van 3./FJR1 ?? de inname en verdediging van de bruggen over de Oude Maas ?? gevaar liep. Hij kreeg rapporten dat zijn 3e compagnie bij de Polder was uitgeschakeld. Daarom werden de taken van zijn beide andere compagnie n ?? onder achterlating van veiligheidstroepen ?? veranderd en diende men zo spoedig mogelijk noordwaarts te trekken en contact te maken met de brugbezetting. Zelfs tijdens het gevecht om de Nederlandse commandopost bij Amstelwijk werd al een peloton van de 2e compagnie vooruit naar het noorden gestuurd.
De Nederlanders op hun beurt waren volkomen overrompeld. De chaos van de eerste uren werd aan Nederlandse kant niet gereguleerd tot werkelijk georganiseerde ?? laat staan afgestemde ?? acties. Het was ieder voor zich, en hoewel met name in het centrale deel een aantal officieren zich moedig en initiatiefrijk toonde, werd uit de eerste Nederlandse serie aan tegenacties duidelijk dat men volkomen ??bleu ?? was ten aanzien van de meest basale veldmanoeuvres. Alle tegenacties strandden dan ook in hun goede intenties en kostten vele slachtoffers.
De reactie vanuit de Groep Kil was zo mogelijk nog matiger. Men verzuimde daar om kundige tegenmaatregelen te nemen. Men volstond met het sturen van een compagnie infanterie, maar liet de bevelvoerend officier van die compagnie de vrijheid bijna de helft van zijn troepen achter te laten voor irrelevante klussen en taken. Deze compagniescommandant zelf faalde even opzichtig als zijn collegae elders op het Eiland als het aankwam op verstandig manoeuvreren. Zijn eenheid werd op simpele wijze uitgeschakeld.
Daarnaast verzuimde de staf Groep Kil rust en orde te brengen in het beleid van de majoor van Hoek, de panische commandant van het Vak Wieldrecht. Daarbij informeerde men deze officier onvolledig, en zo kon het gebeuren dat deze niets wist van de status van de artillerie op ??zijn ?? Eiland. Op zijn beurt kon de majoor informatie die hij niet droeg evident niet delen. De achterstand aan informatie inherent aan een slag werd daardoor onnodig vergroot.
De veldcommandanten die op het Eiland vanuit het noorden en zuiden ad hoc tegenmaatregelen namen, waren totaal wars van informatie omtrent hun tegenstander. Zij verzuimden stuk voor stuk de kundigheid te betrachten om eerst de tegenstander te verkennen en trokken met grote ongeorganiseerde verbanden plompverloren ??ten strijde ??. Aan moed ontbrak het vrijwel geen van hen, aan beleid allen. Het resultaat was dat enkele tientallen Duitse parachutisten, verspreid over een klein gebied, honderden Nederlanders die zich kweten van drie tot vier tegenstoten, wisten te pareren. Aan Duitse kant kostte het vrijwel geen man, aan Nederlandse kant leidde het tot het uitschakelen van vrijwel het gehele lokale hoger kader.
Rond 1000 uur was in het centrale deel van het Eiland de situatie zodanig, dat de Nederlanders al hun tegenmaatregelen mislukt zagen. Voorlopig moest het hart van het Eiland van Dordrecht, waar bezit en beheersing van de boven de polders uitstekende dijken essentieel was, aan de weinige Duitsers worden gelaten die daar hun afschermende taken hadden gekregen. Een uur later was de Duitse hegemonie tussen Tweede Tol en Amstelwijk al bijna compleet. Het betekende dat de Duitsers de wegen en de belangrijkste dijken beheersten.
De Duitse perceptie
Betekende deze status nu dat Oberst Br uer een blij mens was? In essentie was de Oberst zeer content met het feit dat de vier grote bruggen aan weerszijde van zijn regimentscommandopost waren genomen en intact waren gebleven. Zijn 2e Bataljon was rond 1100 uur heer en meester in haar taakgebied, en breidde haar bruggenhoofd aftastend uit naar het zuiden. Aansluiting tussen het 2e Bataljon en het 1e Bataljon was nog niet feitelijk gelegd, maar een dreiging uit het zuiden ?? anders dan n die van over de Kil zou kunnen komen ?? hoefde Br uer niet werkelijk te vrezen. Hij kon zich concentreren op uitbouwen van zijn bruggenhoofdje bij Zwijndrecht en Dordrecht. Want daar was wel reden voor zorg, en die had Br uer ook. Hij was al zonder 1e compagnie geland, en aangezien zijn 2e en 4e compagnie zich nu voor meer taken gesteld zagen dan voorzien, had hij dringend behoefte aan versterking. Die zou voorlopig echter uitblijven, hoewel nog een halve compagnie Sanit ter was geland [zie later voor nadere beschouwing daarvan]. Die werden dan ook prompt ingezet voor beveiligingstaken, althans voor zover zij operationeel beschikbaar kwamen.
Onderwijl had de status van 3./FJR1 bij Dordrecht Br uer genoopt zijn bataljon vrijwel direct na de landing van een tactische reservetaak in de rol van taakgerichte operationele eenheid om te vormen. Hij gaf de helft van beide compagnie n de opdracht om door te stoten naar de bruggen bij Dordrecht. Zij moesten de weg vrijvechten en het bruggenhoofd versterken. Daarna diende men onmiddellijk een beveiligde perimeter rond de brug te construeren. Manschappen om de zone tussen Dordrecht en Tweede Tol voldoende te beveiligen had Br uer niet, en dat baarde hem grote zorgen. Te meer omdat de Oberst rekening hield met een zich herpakkende tegenstander die vroeger of later een tegenoffensief zou lanceren. De Oberst moest dus triages stellen en koos ervoor zijn primaire doelen eerst te beveiligen. Hij rekende erop dat eventueel in het centrum verloren terrein met later via Waalhaven aan te voeren troepen zou kunnen worden heroverd en de beveiliging beter vorm worden gegeven.
De triage die Br uer stelde was simpel: 1) de beveiliging van het bruggenhoofd aan de Oude Maas, 2) beveiliging van de Kil oever, 3) beveiliging van het regimentskwartier te Tweede Tol en 4) beveiliging van het oostfront.
De Nederlandse perceptie
Aan Nederlandse kant was er om te beginnen het grote operationele ongerief dat de Duitse landing plaatsvond in een zone die door tenminste drie commando ??s werd gedomineerd. Allereerst uiteraard de Vakcommandant. Daarnaast diens directe superieur, de Groep Kil en tenslotte de Kantonnementscommandant van Dordrecht. Deze drie entiteiten zouden elkaar weinig tot niet ondersteunen. Daar kwam bij dat om 1100 uur er in feite aan Nederlandse kant alleen nog maar sprake was van opperste verwarring en afgesneden troepen. Niemand had het overzicht, en niemand kon dus werkelijk gestructureerd handelen. Niet alleen de verbindingen ?? of liever gezegd het ontbreken daarvan ?? waren daaraan debet. Ook de verrassing van de Duitse overval en de gevolgen voor de eerste confrontaties die dat had.
Groep Kil was nog volop aan het inventariseren en statussen aan het plotten toen de Duitsers al doel- en taakgericht tot ontwikkeling kwamen. Groep Kil had dan ook te maken met het fenomeen van vrijwel totale omsluiting door de tegenstander. Ze kregen alarmerende berichten uit Moerdijk, Willemsdorp, Amstelwijk, Dordrecht en natuurlijk inmiddels ook Waalhaven. Aangezien men nauwelijks over taakvrije troepen c.q. reserves beschikte, was men als het ware aan handen en voeten gebonden. De weinige reserves lichtvaardig inzetten kon men in feite niet. Het artilleriecommando ontrok zich ook niet aan deze mis re, zoals later zal blijken.
De Vakcommandant was in feite als commandant van quit af aan waardeloos. Niet alleen omdat zijn positie al spoedig bedreigd werd, maar eveneens omdat de majoor van Hoek volkomen ongeschikt bleek voor zijn taak. Er ging geen enkele leiding laat staan visie van hem uit. De man was van het eerste uur af slechts bezig zijn eigen commandopost te redden door andere onderdelen aan te trekken, terwijl de verdediging ter plaatse door hem volkomen werd veronachtzaamd. Hij strooide met panische berichten, overdreef (in eerste instantie) zijn eigen status en had totaal geen oog voor de taken van zijn onderdelen en adequate maatregelen die zij konden nemen. Een verloren bevelvoerder, die dan ook spoedig als pion in het 'spel' omviel.
De Kantonnementscommandant komt uitgebreid aan de orde als Dordrecht zelf wordt besproken. De eerste uren werd uit die hoek ook niets ondernomen. In de eerste plaats al omdat de commandant uren later op zijn kantonnementskantoor verscheen. Zijn staf was ook lange tijd incompleet. Het betekende dat officieren die zich de eerste uren meldden op het kantoor geen enkele instructie kregen. Ook daar leidde een en ander tot lokale initiatieven die stuk voor stuk op niets uitliepen. Er was slechts een positieve uitzondering, en dat was het optreden geweest van de recruten van de pontonniersopleiding die op twee locaties grenzend aan De Polder gelegerd waren. Zij hadden door opvallend moedig en doortastend optreden een groot deel van de 3e compagnie parachutisten weten te binden en uit te schakelen. Dat succes ?? dat later onder Dordrecht behandeld wordt ?? was het enige waar de Nederlanders zich over konden verblijden, maar dat was op 10 mei einde van de ochtend nog geen commandant bekend.
Het betekende dat men aan Nederlandse kant omstreeks 1100 uur in de ochtend zich nog maar nauwelijks bewust was van de abominabele status van de verdediging en de enorme bedreigingen die in de lucht hingen. Hoewel men zich grote zorgen maakte op met name het stafkwartier van Groep Kil, was de werkelijke situatie nog erger dan de perceptie aldaar was. Tot ontwikkeling van verstandige en doordacht opgezette tegenmaatregelen kwam het echter niet.
De tweede landing
[470, 471] De 1.Springende Halbkompanie der Sanit tskompanie 7 ?? een regimentsonderdeel ?? vertrok om 0825 uur van het vliegveld Werl in Nordrhein Westfalen, vermoedelijk met een Staffel toestellen van I./KGzbV1. In totaal bestond de compagnie uit 106 man, waarvan een niet exact bekend aantal zou afspringen (1). De compagnie telde vijf artsen, Kompanieschef Oberstabsarzt [=Major] Heinrich Neumann, Oberarzt [=Oberleutnant] Karl Langmeyer ?? commandant van de springende Halbkompanie, de Ober rzten Mallison en Gabler alsmede de Stabsarzt [=Hauptmann] Lange, die bij de eenheid vrijwillig gedetacheerd was. Bedoeling was dat de eenheid ?? met uitrusting voor een noodhospitaal ?? zou worden afgezet in het landingsgebied van 2./FJR1. Het niet springende deel van de Sanit tskompanie vloog door naar Waalhaven, waar ook de compagniescommandant Dr. Neumann zou landen. De transportvloot werd door enkele He-111 ??s gevolgd die de medische apparatuur zouden afwerpen.
(1) Vermoedelijk bestond deze halfcompagnie uit 106 man. Dat getal wordt afgeleid van het verslag dat Dr. Langmeyer schreef over de strijd alsmede het compagniesverslag. Een deel van de Halbkompanie ?? de Hauptverbandplatzgruppen ?? kwam later aan.
Het is eerder aangehaald. De Duitse Sanit tsdienst was beduidend anders geformeerd dan die bij de andere belligerenten. Een arts en een hospik waren vooreerst militairen, daarna pas medici. Zo opereerde men ook nadrukkelijk. Alle leden van Sanit ts eenheden waren volledig als militair geoefend en kenden de krijgskunsten zoals alle andere manschappen. De artsen waren geoefend als veldofficieren. Het betekende dat deze manschappen en officieren gewoon bewapend waren als gelijken in de J gerkompanie. Het hield bovendien in dat de rode kruis armbanden niet (vaak) werden gedragen. Operationeel waren de manschappen gewoon inzetbaar voor infanteristische taken, en in de regel kregen ze die ook. Vaak werd wel een contingent hunner al in beginsel aangewezen om bij een gecre erd hospitaal dienst te doen, en die manschappen en artsen droegen dan wel de rode kruisband. Men bedenke zich dus dat de Sanit ter die ingezet werden tijdens de strijd g n rode kruisband droegen en daarmee niet in strijd met de conventies en oorlogsregels handelden. Zij genoten dan tegelijkertijd ook geen bescherming die het Rode Kruis volgens internationale afspraken hen bood, zolang zij het teken niet droegen n zich bij het wel dragen van het teken ook de bijpassende voorgeschreven gedragingen aanmaten.
[101a, 470, 471] Rond 1000 uur kwamen de Duitse toestellen boven het Eiland van Dordrecht aan, uit zuidwestelijke richting. De laagvliegende Junkers werden door mitrailleurs beschoten, en de manschappen in de kisten zaten angstige momenten uit. Tenminste n hunner werd getroffen in de arm en zou aan boord blijven. De rest sprong snel af. De eerste en derde groep kwamen bij de Zeedijk neer, de tweede groep kwam noordelijker rond de Grafelijke weg aan de grond.
[101a, 470] De meest zuidelijk gelande Sani's [twee Gruppen vlakbij Huize Berkenhof, een Zug meer oostelijk langs de Zeedijk] vlogen de kogels om de oren, want zij kwamen neer toen de luitenant Julius van 2-I-28RI met zijn verband langs de Zeedijk in gevecht was met de groep Duitsers bij het kruispunt onder de Oberleutnant Richter van de staf FJR1 en Feldwebel Hilger. Oberarzt Mallinson sommeerde de door hem direct geleide mannen direct de Waffenbehalter te legen en de beide lichte machinegeweren op te stellen en vuur uit te brengen op de Nederlanders langs de Zeedijk. Een van de MG Truppen, onder Unteroffizier F rstenberg, werd naar voren verplaatst richting Schenkeldijk. Door het vuur van de Nederlanders sneuvelde de onderofficier even later door een schot in de buik, en raakte de Obergefreiter Klewin zwaar gewond door een schot in de borst. Daarop namen vier Sani ??s de gewonde Klewin mee langs de Zeedijk richting Tweede Tol. Zeven Sani ??s - onder Unteroffizier B lsch - bleven bij Oberleutnant Richter achter op het kruispunt Zeedijk / Schenkeldijk.
[470, 471] De tweede Gruppe [1.Zug], die was afgesprongen in noordelijker richting, was afgesneden van het verband, net als een deel van het derde peloton. De (circa) twaalf man van de 1.Gruppe, onder wie Oberarzt Gabler en Gefreiter Koch, werden flink beschoten tijdens de landing. Daarbij was de Sanit tsfeldwebel Georg Ahfeld gewond geraakt. De mannen hadden de grootste moeite zich van hun parachutes te ontdoen. Ze hadden de pech gehad dat het landingsterrein niet door eigen troepen beheerst werd omdat de regimentscommandant andere prioriteiten had gesteld voor zijn schaarse eenheden. Zodoende landde men in het afwachtende aangezicht van een parate tegenstander. Het nadeel van de RZ-1 parachute was dat deze slechts met opgericht bovenlijf kon worden afgedaan, en onder vuur betekende dat, dat de parachutisten zich bloot moesten geven. Nadat het de manschappen uiteindelijk was gelukt de parachutes af te doen was de volgende uitdaging de wapencontainers te bereiken. Dat lukte niet. Hierop dekte de mannen zich in een sloot, waar de arts zich bekommerde om de gewonde. Later kwam er artillerievuur bij hun positie neer, dat door een batterij van I-23RA [2, 142] werd afgegeven op de kruispunten zuid en zuidoost van Amstelwijk, hoewel de Sani ??s dit als gericht vuur op hun locatie ervoeren. Zelfs een Nederlands jachtvliegtuig zou hen beschoten hebben, maar vermoedelijk was dit n van de later op de middag passerende C-X ??s. De groep hield zich tot het eind van de middag op dezelfde plek schuil, en pas tegen het vallen van het duister ging het grootste deel op zoek naar contact met eigen troepen. Bij de gewonde bleven de arts en Gefreiter Willy Koch achter.
De manschappen van het andere peloton [II.Zug of III.Zug, dat is onduidelijk] die eveneens tegen de Zuidendijk aan landden, worden later besproken.
[470] In deze kleine tweede landingsgolf kwamen in totaal 4 officieren (artsen), 16 onderofficieren en 86 manschappen naar beneden, allen behorende tot de Stab, I., II. en III.Zug van 1./Halbkompanie Sanit tskompanie 7. Hun landing vond plaats in het gebied tussen de Zuidendijk en de Zeedijk. Ongeveer de helft kwam neer langs de Zeedijk, terwijl de andere helft in de sectoren langs de Zuidendijk en tegen de Schenkeldijk neerkwam. De laatste twee landingslocaties waren ongunstig en zouden de circa 45 betrokken manschappen lange tijd aan de sterkte onttrekken omdat zij onder Nederlands vuur kwamen. De eerste groep die bij de Zeedijk landde startte (zoals eerder aangehaald) spoedig - zonder de gesneuvelde en zeven man bij de kruising - met verzamelen van door enkele He-111 afgeworpen middelen [dit gebeurde vooral simultaan met de dropping van de manschappen) en inrichten van een verbandplaats bij de hoeve Berkenhof aan de Zeedijk. Daarbij werden de gehele middag Nederlandse krijgsgevangenen ingezet. Een motorfiets en een kleine vrachtwagen werden op de kop getikt voor het noodzakelijke vervoer. Uit rapporten van de Duitsers blijkt dat de brancards - afgeworpen door de He-111 - niet konden worden teruggevonden. Er werd daarom alom geimproviseerd.
De Kil beveiliging
[450] Oberst Br uer hechtte sterk aan een beveiliging van de Kil, maar had daarvoor weinig mensen beschikbaar. De Duitse staf verwachtte juist van de westzijde van de Kil overtuigende Nederlandse tegenactie. Men rekende op zowel oversteekpogingen bij ??s Gravendeel ?? Wieldrecht als zuidelijker. Br uer liet daarom diverse contingenten manschappen posities innemen tussen Willemsdorp en Wieldrecht. Een werkelijk omvangrijke tactische reserve om een Nederlandse oversteekpoging te doen pareren had hij niet. Het betekende dat vooral bataljons- en regimentstaftroepen de Kiloever bezetten zouden vanaf Tweede Tol, en daaronder de manschappen van II./FJR1 hiervoor zorg moesten dragen.
[2, 450] Die Duitse Kil beveiliging ?? die pas in de middag werd vormgegeven ?? kwam niet zomaar tot stand. Er bevonden zich nog groepjes Nederlanders langs de Kil aan de oostoever. Bovendien hadden diverse eenheden in de Hoekse Waard posten vooruit geschoven naar de Kiloever, vooral omdat men aan Nederlandse zijde waakzaam was voor Duitse oversteekpogingen.
[141, 450] In de vroege ochtend direct na de landing hadden staftroepen van Regiment- en Bataljonstaf al gevechten moeten voeren met artilleristen van met name de 2e Batterij I-17RA. Daarbij was de commandant van het Duitse regimentsverbindingspeloton, Oberleutnant Gottfried Schuller, dodelijk gewond geraakt en hadden nog twee militairen van zijn peloton hun leven verloren [Gefreiter Fleischmann en Gefreiter Dinkel werden beide eveneens dodelijk gewond]. Aan Nederlandse kant was men genoopt geweest na enige tijd te capituleren, omdat de munitie was uitgeput. Hierdoor vielen 23 man in Duitse handen. Manschappen van de 1e Batterij en 2e Batterij hadden elders op het stafkwartier van de 2e batterij weerstand geboden, en toen die strijd moest worden gestaakt was een groepje van zo ??n 20 man ontsnapt richting Kil [mogelijk naar Gravenstein].
[450] Het groepje bleef aan de Kil en zou later door de Duitse stafgroepen die daar een ijl scherm moesten gaan vormen worden aangevallen. Bijzonderheden van de gevechten die deze manschappen korte tijd met de Duitsers voerden zijn alleen van Duitse kant bevestigd. Deze melden slechts dat een uitgezonden patrouille terugkwam met de melding dat er nog Nederlanders aan de oostzijde van het kanaal lagen en dat bij aanraking de Oberj ger Arthur Schwarz [4./FJR1] was gedood. Nadat de staftroepen in twee verbanden werden opgedeeld en op twee locaties het Kilfront scherm moesten gaan vormen, werd door een van de groepen onder Oberfeldwebel Poppele de groep artilleristen gevangen genomen. Ze werden met 18 man naar het barakkenkamp bij Tweede Tol afgevoerd. I-17RA had daarmee als onderdeel opgehouden te bestaan en die ochtend 7 gesneuvelden te betreuren die in de stellingen en bij de beide verdedigde kwartieren gevallen waren.
[100, 131, 450] Om circa 1500 uur waren de Duitsers op hun locaties aan de Kil oever aangekomen en werden op diverse punten posten geplaatst. Zij ontvingen daarbij steeds vuur van de westzijde waar de Nederlanders ook posten hadden uitgezet om dezelfde reden als de parachutisten. Oberleutnant G tte ?? stafofficier bij I./FJR1 - die een van de verbanden aanvoerde, vroeg op een gegeven moment een lichte mortier aan bij het regiment, omdat zijn positie door Nederlands mortiervuur geteisterd werd. Die 5 cm mortier arriveerde rond 1645 uur bij hem in stelling.
[100, 131, 450] Aan de overkant van de positie van Oberleutnant G tte lag de 1e sectie mortieren van 8 [van 28 C Mr], de enige mortieren die in de Hoekse Waard aanwezig waren. De andere sectie was ingedeeld bij 3-I-28RI onder kapitein Bodd , die bij de Zuidendijk inzet vond. De sectie was aan III-34RI toegevoegd en stond onder bevel van de compagniescommandant van 28 C Mr, de reserve 1e luitenant C. van der Weijden. ??s Middags had de sectie opdracht gekregen met de beide stukken Duitsers in een boerderij tegenover ??s Gravendeel [zuid, tegenover de watertoren] onder vuur te nemen. De sectie pakte de stukken en mortiermunitie uit en sloeg de munitie voorraad op bij een boerderij. De stukken werden op het erf in stelling gebracht en vervolgens werd vuur uitgebracht dat door waarneming werd gecorrigeerd.
[100, 131, 450] Na verloop van tijd werd van de overkant teruggeschoten met een mortier [de door Oberleutnant G tte aangetrokken Leichte Granatwerfer 5 cm]. Na enige schoten werd de boerderij geraakt en ontstond brand op het dak. Een granaat viel dichtbij de stukken en stelde de sectiecommandant, reserve 1e luitenant K. Paling buiten gevecht. Toen volgde plotseling de eerste detonatie in de boerderij. Het vuur had de munitie bereikt. Snel werden de stukken ontmanteld en op de vrachtwagen gezet. Men reed terug naar ??s Gravendeel, waar de sectie aan II-28RI werd toebedeeld.
Ondertussen bleven er de gehele middag en vroege avond vuurcontacten bestaan tussen diverse Nederlandse posten en de Duitsers.
De Nederlanders
[100a, 140, 141] Er lagen enkele honderden Nederlandse militairen rond de Duitse landingszone. Nadat rond 1100 uur de strijd bij Amstelwijk beslist was en de tegenstoten rond de Zeedijk enige tijd na het middaguur eindigden in de aftocht van 2-I-28RI richting de kwartieren, kregen de ca. 100 in de sector tussen Tweede Tol en de Schenkeldijk aanwezige Duitsers in de loop van de middag enige rust.
[100a] 2-I-28RI deed helemaal niets meer nadat het was teruggetrokken. De beide zware mitrailleurs had men moeten achterlaten. Het ene stuk op de dijk was niet benaderbaar geweest vanwege dekkend mitrailleurvuur vanaf het kruispunt en het stuk noord van de dijk had men moeten achterlaten vanwege het als hevig ervaren mortiervuur. Luitenant Julius en de vaandrig Marijs gaven de troepen rust in de kwartieren, die wel beveiligd werden tegen een eventuele Duitse actie. Men bleef zitten waar men zat, en ondernam niets meer. Er werden zelfs geen vooruitgeschoven posten in dekking bij de dijk achtergelaten. Daardoor zou het hen totaal ontgaan dat om 1600 uur het zo zwaar bevochten kruispunt door de Duitsers werd ge vacueerd [onder achterlating van n gesneuvelde, Gefreiter Sass van 4./FJR1].
[140] Ook de afdeling artillerie III-14RA ?? hoewel qua manschappen nog voor een groot deel intact ?? bleef passief na de eerste schokkende ervaringen van de ochtend. Men nam - samen met de manschappen van 3-I-28RI - de huizen langs de Zuidendijk tot vlak bij het spoor in bezit en plaatste daar diverse groepen, soms voorzien van een lichte mitrailleur. Het waren deze manschappen die de Sanit ter groep van Oberarzt Gabler met een stevig vuur ontvingen en vervolgens in dekking hielden tot de avond viel. Het landingsterrein zelf werd echter niet meer offensief benaderd die 10de mei. Langs de gehele Zuidendijk onderhield men vuurcontact met parachutisten. Dit waren vrijwel alleen de Sani's die hier in de tweede golf geland waren, plus enkele geisoleerde parachutisten van de hoofdmacht die om 0500 uur was geland.
Een besef van de toestand had niemand. Het probleem dat ontstaan was, was dat door het wegvallen van de gehele infanterie- en artilleriestaf van I-28RI en AGP bij Amstelwijk er geen co rdinerend commando meer was dat infanterie en artillerie operationeel sturen kon. Alle bevelhebbers waren daarom al vroeg in de morgen van 10 mei aangewezen op eigen goeddunken. Vak Wieldrecht en de bijbehorende artillerie groep was daarmee als georganiseerd en taakgericht verband om 1100 uur op 10 mei 1940 niet langer effectief.
De status in de vroege avond van 10 mei
Het feit dat de honderden manschappen van III-14RA, 2-I-28RI en 3-I-28RI alsmede van de mortiersectie, de twee MC secties en enkele kleine restanten van 17RA stuurloos waren en bovendien veel hoger kader verloren hadden, leidde tot een buitengewoon kwalijk gevolg.
Als men in ogenschouw neemt dat Oberst Br uer zijn triages zodanig had gesteld dat hij vooreerst zijn belangrijkste strategische doelen wilde te bereiken en zeker stellen, en de beveiliging van de landingszone ?? het oostelijke front van zijn bruggenhoofd tussen Dordrecht en de Zeedijk ?? het laagste had getriageerd, dan herkent men kansen. Kansen voor de Nederlanders.
De Duitse regimentscommandant had slechts enkele tientallen manschappen gereserveerd voor de beveiligingstaken. Dat betekende concreet een dertig tot veertig tal Duitsers langs de Kil, enkele tientallen in het zuiden en in Tweede Tol en circa een twintigtal aan het oostfront die door daar nog in dekking zijnde groepjes van vermoedelijk nog zo ??n twintig man werden aangevuld. In diverse huizen en boerderijen langs de betonweg waren voorts posten van enkele Duitsers geplaatst met een lichte mitrailleur. Tenslotte waren er circa 35 man van de geneeskundige compagnie in de hoeve Berkenhof aan het begin van de avond. Bij elkaar waren dus aan de oostzijde en de betonweg slechts enkele tientallen Duitsers verantwoordelijk voor de gehele oostelijke buitenverdediging van het Duitse bruggenhoofd. Daar kwam bij dat de groep aan het kruispunt Schenkeldijk ?? Zeedijk zich aan het einde van de middag wegens vele gewonden had teruggetrokken. Oberleutnant Richter trok met zijn gehele groep, inclusief de zeven Sani's, terug op Tweede Tol toen er geen Nederlandse verbanden meer in zicht waren.
Het betekende dat het oostfront wijd open lag. Maar doordat de Nederlanders geen voeling hielden met het ijle Duitse scherm, ontging het de Nederlanders dat de situatie hen enorme kansen bood. Als een Nederlands verband de Zeedijk was opgetrokken in de late middag of vroege avond van 10 mei dan had de weg naar Tweede Tol tot aan de Berkenhof zo goed als open gelegen. Dat had voor de Duitsers een zeer bedreigende situatie kunnen opleveren en mogelijk het verlies van bijvoorbeeld de regimentstaf en diens kostbare lange golf zenders.
Het kwam niet zo ver. En toen de avond viel begon voor Oberst Br uer de situatie er een stuk rooskleuriger uit te zien. Maar omdat te begrijpen, dient eerst kennis te worden genomen van de gebeurtenissen te Dordrecht en op IJsselmonde, bij Waalhaven.
Slachtoffers
Op het Eiland van Dordrecht - met uitzondering van het Bruggenhoofd Willemsdorp en kantonnement Dordrecht - vielen op 10 mei 1940 de onderstaande slachtoffers (gesneuvelden).
Naam | Rang | Onderdeel | Bijzonderheden |
Breukelen, FJ van | Dpl korp fou | St I-28.RI | Amstelwijk |
Duin, J van | Sld | St I-28.RI | Amstelwijk |
Ham, SJK | Sld-ordn | St I-28.RI | Oude Veerweg, bij 2-I-28.RI |
Prinsen, JA | Dpl sgt | St I-28.RI | Amstelwijk |
Tol, W van | Sld | St I-28.RI | Amstelwijk |
Wagenaar | Dpl korp | St I-28.RI | Oude Veerweg, bij 2-I-28.RI |
Bos, C | Sld | 2-I-28.RI | Elzingenweg |
Fluiter, PH | Sld | 2-I-28.RI | Elzingenweg |
Jong, THECV de | Sld | 2-I-28.RI | Elzingenweg |
Kraan, JBA | Sld | 2-I-28.RI | Oude Veerweg, na verwonding overl. |
Baak, CP | Dpl sgt | 2e sie MC I-28.RI | Bij boerderij Klein Zwitserlan |
Bezemer, AA | Sld | 2e sie MC I.28.RI | Elzingenweg |
Wolleswinkel | Sld | 2e sie MC I-28.RI | Elzingenweg |
Beekman, ThA | Sld | MC I-28.RI | Amstelwijk |
Bos, PJ van den | Dpl korp | MC I-28.RI | Amstelwijk |
Haan, P de | Dpl korp fou | MC I-28.RI | Amstelwijk, bij kazematten |
Rietveld, R | Sld | MC I-28.RI | Amstelwijk |
Slotboom, D | Sld | 2-III-34.RI | Rijksstraatweg, noord van Gravesteijn |
Taarling, JH van | Dpl korp fou | 2-III-34.RI | Rijksstraatweg, noord van Gravesteijn |
Hert, J. van 't | Sld | MC III-34.RI | Catharinahoeve |
Steege, J ter | Sld gnk | St III-14.RA | Voor kruising Zeedijk - Schenkeldijk |
Dethmers, WJ | Res kapt | C 1-III-14.RA | Voor kruising Zeedijk - Schenkeldijk |
Elten, JH van | Sld | 1-III-14.RA | Voor kruising Zeedijk - Schenkeldijk |
Westerdijk, G | Sld | 1-III-14.RA | Voor kruising Zeedijk - Schenkeldijk |
Akker, H van den | Sld | 3-III-14.RA | Zuidpolder (bij spoorwegovergang) |
Pennings, LJ | Sld | 3-III-14.RA | Zuidpolder (bij spoorwegovergang) |
Bloem, PH | Vaandrig | St I-17.RA | Amstelwijk |
Endeman, JA | Sld | St I-17.RA | Amstelwijk (na verwondingen overl.) |
Hondt, HL de | Dpl wm fou | St I-17.RA | Amstelwijk |
Kloosterman, D | Sld | St I-17.RA | Amstelwijk |
Tempel, J | Sld | St I-17.RA | Amstelwijk |
Tiderman, B | Res 2e lt | St I-17.RA | Amstelwijk |
Zon, AJ van | Sld | St I-17.RA | Gravesteijn (sld van munitiecolonne) |
Gevers Deynoot, Jhr C | Res 1e lt | 1-I-17.RA | Rijksstraatweg, Adj Bt C |
Schuil, J | Dpl wm | 1-I-17.RA | Rijksstraatweg |
Geel. JJL | Wm (tit.) | 2-I-17.RA | Rijksstraatweg |
Loonmulder, H | Sld | 2-I-17.RA | Rijksstraatweg |
Mulder, B | Sld | 2-I-17.RA | Rijksstraatweg |
Groothuis, AH | Sld | 2-I-17.RA | Rijksstraatweg |
In onderstaande tabel de gesneuvelde Duitsers binnen hetzelfde theater, waarvan bekend is dat zij in dat theater werkelijk vielen. Een deel der Duitse gevallenen is onder Dordrecht of Dubbeldam genoteerd zonder specificatie van sneuvelplaats. Die zullen t.z.t. op de slachtofferrol van Dordrecht verschijnen. Onderstaande Duitse militairen sneuvelden zeker binnen het theater dat hier wordt beschreven.
Naam | Rang | Onderdeel | Bijzonderheid |
Biehl | J ger | 2./FJR1 | Rijksstraatweg, strijd met artillerie |
Fischer, P | Obergefreiter | 2./FJR1 | Gravesteijn, gev. met 2-III-34.RI |
Fischer, K | J ger | 2./FJR1 | Wieldrecht |
Geiersbergen, J | Oberj ger (=Uffz.) | 2./FJR1 | Wieldrecht |
Gross, K | J ger | 2./FJR1 | Rijksstraatweg, strijd met artillerie |
Morawitz, H | Oberj ger | 2./FJR1 | Rijksstraatweg, strijd met artillerie |
Sch fer | Gefreiter | 2./FJR1 | Gravesteijn, gev. met 2-III-34.RI |
Braun, A | Gefreiter | 4./FJR1 | Landingsterrein, bij landing gedood door NL vuur |
Butzke, E | Oberj ger | 4./FJR1 | Amstelwijk |
Sass, E | Gefreiter | 4./FJR1 | Bij kruispunt Zeedijk / Schenkeldijk |
Schreck, K | Gefreiter | 4./FJR1 | Amstelwijk |
Schwarz, A | Oberj ger | 4./FJR1 | Langs de Kil, tussen TT en Wieldrecht |
Thormann, K | Oberj ger | 4./FJR1 | Amstelwijk |
Utpatel, K | Gefreiter | 4./FJR1 | Amstelwijk |
Dinkel, G | Gefreiter | St FJR1 | Bij Tweede Tol |
Fleischmann, H | Gefreiter | St FJR1 | Bij Tweede Tol |
Schuller, G | Oberleutnant | St FJR1 | Bij Tweede Tol, Na Zug Fhr |
Brechenser, J | Obergefr. Sani. | Sani Kp 7 | NO zijde landingsterrein |
F rstenberg, A | Uffz. Sani. | Sani Kp 7 | Bij kruising Zeedijk - Schenkeldijk |
Obst, R | Obergefr. Sani. | Sani Kp 7 | NO zijde landingsterrein |
Termath, A | Obergefr. Sani. | Sani Kp 7 | NO zijde landingsterrein |
[De bronnen vindt u hier]