Noord-Brabant
Inleiding
De gebeurtenissen in het centrum van de provincie Noord-Brabant worden in dit hoofdstuk besproken. Daarbij blijft echter van belang dat het om belangrijke gebeurtenissen gaan die in direct of belangrijk verband staan met de hoofdoperatie van het Duitse 26e Legerkorps. De gebeurtenissen in het Westen van Brabant zijn al onderdeel van de hoofdfocus van de website.
In dit hoofdstuk aandacht voor de Nederlandse defensieve stuiptrekkingen in het Noord-Brabant, alsmede de gevechten in de provincie door de inmiddels in aanzienlijke aantallen gearriveerde Franse troepen, voor zover deze niet onder de bespreking van Willemstad of 6.GB vallen.
Op 12 mei is de Nederlandse georganiseerde defensie in de provincie niet langer bestaand. In de vroegste uren zal deze status van chaos bekrachtigd worden door de roekeloze rit van de gevechtsstaf van de Peeldivisie, die met zijn commandant prominent in hun midden recht in de armen van de voorste Duitse formaties rijdt en geheel gevangen wordt genomen. Vanaf dat moment is iedere vorm van organisatie definitief weg uit de Nederlandse gelederen. De Fransen treffen nog slechts ongeregelde Hollandse verbanden aan. Ze verkeren doorgaans in erbarmelijke toestand en verplaatsen zonder officieren, die zich in luxe auto's laten verplaatsen, gescheiden van hun verbanden.Slechts een enkele Hollandse officier kwijt zich wel van zijn taak, de rest verkeert in even desperate staat als het gros der troepen. De Fransen nemen daarom op 12 mei definitief het heft in handen in de provincie, met alle recht van de wereld.
Op 12 mei komt het in het noorden tot een aansluiting van de Duitse voorhoede met de luchtlandingstroepen bij Moerdijk, in de opvolgende avond en nacht gevolgd door de voorste delen van de hoofdmacht van de 9e Panzerdivision. Deze gebeurtenis markeert het failliet van het defensieplan 'Vesting Holland' van generaal Winkelman.
Dezelfde dag wordt een - in Nederland nauwelijks gekende - strijd geleverd ten zuidoosten en zuiden van Tilburg. Duitse troepen komen prominent met Nederlandse troepen en vooral georganiseerde Franse cavaleristen in gevecht. Deze gevechten in de sector Hilvarenbeek - Mierde - Poppel duren twee dagen en zetten zich voort met gevechten rond het Belgische Turnhout. Het is de Franse 1e DLM en de Duitse 56e ID die deze gevechten met elkaar voeren, waarbij enkele Nederlandse eenheden en enige andere Duitse zijdelings ook betrokken raken.
In tegenstelling tot de besprekingen die zien op het werkelijke Zuidfront, wordt in dit hoofdstuk veelal volstaan met een lagere mate van detail en compleetheid. Uitzondering op die lagere detaildichtheid vormen de zaken die zien op het militaire beleid en die welke een directe link hebben met de gebeurtenissen op het zuidfront Vesting-Holland.