Hugo van Dijk
Over Hugo …
Al geruime tijd heeft de auteur een hechte samenwerking met Hugo van Dijk uit Dordrecht. Via het forum op de Grebbeberg site werden enige jaren geleden de eerste contacten gelegd en nadat bleek dat er veel overeenkomsten waren in de wijze van benaderen van de krijgsgeschiedenis, dat beide zich vooral op primaire bronnen wilden verlaten en energie staken in het zoeken naar onbekende bronnen om nog meer antwoorden te kunnen vinden op de vele vraagstukken, ontstond haast vanzelf een intensieve uitwisseling.
Hugo van Dijk heeft auteur bij de totstandkoming van deze website meer dan voortreffelijk geholpen. Een proces dat uiteraard onvoltooid verleden tijd is. Niet alleen draagt Hugo regelmatig nieuwe bronnen aan, maar vooral is hij voor de auteur een buitengewoon goed klankbord. Hij daagt uit, speelt advocaat van de duivel en bekritiseert conclusies of analyses van de auteur als daartoe aanleiding lijkt. Soms worden urenlange discussies gevoerd, waarbij de onderliggende leerstukken tot in de micro details worden besproken en gewogen. Dat gaat met vuur en passie, zonder dat er ooit sprake van ergernis is. Het resultaat daarvan is dat de auteur scherp wordt gehouden, wat regelmatig noodzakelijk is.
Zonder enige vorm van verhevenheid te willen etaleren of zelfs maar te suggereren, is het voor auteur een gegeven dat op een zeker moment, nadat heel lang studie is gedaan naar een zeker era – zoals mei 1940 – en honderden bronnen zijn verzameld en bestudeerd, dat de verzameling criticasters die met recht en kennis de vruchten van auteur kan toetsen en uitdagen, snel slinkt. Ter voorkoming van de ivoren toren – die al door voldoende bekende meidagen publicisten als habitat is gekozen – is het strikt noodzakelijk dat er mensen om je heen zijn die je tot op het uiterste detail kunnen (blijven) uitdagen. Zo voorkom je dat je – ongewild en ongemerkt – in een soort zelfgenoegzaamheid gaat produceren en redeneren. Als je weet dat over je schouders terzake deskundige mensen meekijken, word je scherp gehouden. Dat is voor een onderzoeker, die een hoog ambitieniveau stelt, absolute noodzaak.
Twee mensen zijn voor auteur in kwestie de ‘biddende vogels’ boven het peinzende hoofd. Karl-Heinz Golla, de Duitse onderzoeker en auteur, en Hugo van Dijk. Karl-Heinz is als oud parachutist en oud stafofficier bij de NATO, strategisch expert bovendien, een geweldige sparringspartner als het aankomt op strategie en tactiek alsmede de zaken die het Duitse leger aangaan. Bovendien heeft hij enkele nieuwe bronnen kunnen aandragen vanuit zijn excellente contacten met Duitse leger- en Kameradschaftorganisaties. Karl-Heinz is zelf bezig zijn uitstekende product [‘Die Deutsche Fallschirmjäger Truppe 1939-1941’] te herschrijven en daarbij ondersteunt auteur hem voor het Nederlandse theater. Op zijn beurt ondersteunt Karl-Heinz auteur bij het bekritiseren van de vruchten op deze website.
Hugo van Dijk is de andere ‘bidvogel’, en aangezien Hugo zijn bijdragen en ondersteuning onmisbaar zijn voor auteur, is er alle reden Hugo zelf eens aan het woord te laten over zijn passie.
Hugo schrijft ...
Lang geleden, als klein mannetje, werd ik ooit eens geconfronteerd met het feit dat opa tegen de Duitsers gevochten had. Opa was een held en dat beeld hield de kleine man hoog in het vaandel. Tot het moment dat ik er tijdens een familiebezoek mee geconfronteerd werd dat we Duits bloed in de familie hebben en 2 familieleden hun dienstplicht vervulden in het Duitse leger tijdens de oorlog ...
Gespreken met leeftijdsgenoten deden mij al ras besluiten dit onderwerp niet meer aan te snijden, maar de kiem van interesse was geplant. Via mijn vaders aankopen van de boeken van Eppo Brongers, begon een kleine speurtocht die al snel zijn einde vond in andere prioriteiten.
Mijn verhuizing naar Dordrecht en de realistische wargame Combat Mission veranderden dat echter drastisch. De afwezigheid van scenario’s over het Nederlandse strijdtoneel in 1940 deden mij besluiten deze dan maar te gaan maken. Aangezien binnen de cirkel van spelers de historische scenario’s veruit het populairst waren besloot ondergetekende weer in de boeken van Brongers te duiken. Daar kwamen wat andere boeken bij, wat bezoekjes aan het NIMH en alras kwam de speurder in mij boven, die tot de conclusie kwam dat de beschikbare informatie nagenoeg geheel uit dezelfde, vooral Nederlandse, bronnen kwam. Op zich vreemd als je het hebt over twee strijdende partijen. Te vaak kwam ik de opmerking tegen dat van Duitse bronnen niets bekend was, zelfs in de herdrukken van jaren later.
Het medium internet had inmiddels zijn intrede gedaan en zodoende kwam ik bij buitenlandse sites veelal een stortvloed aan Duits bronmateriaal tegen. De Nederlandse sites vervielen nog steeds veelal in het herhalen van de populaire Nederlandse geschiedschrijving. Variaties op de Brongers verhalen zeg maar.
En dan begint het te kriebelen; je vraagt je af waarom de Nederlandse onderzoekers, ook die in dienst van de overheid, kennelijk niet de “vreemde conclusietrekkingen, tegenstrijdigheden en mogelijke onwaarheden” zien die jij wel ziet, en het kennelijke gebrek aan Duits bronmateriaal bij deze heren.
Dan gaat het vervolgens snel: een Duits boekje kopen op e-bay, een paar foto’s, toch maar weer een boekje erbij, een verslag en weer een boek en nog één, en nog één, en voor je het weet zit je in een nieuwe hobby. Je leert een terzake deskundige Duitser kennen, legt kontakten met andere geïnteresseerde Nederlanders, daar komt vervolgens een Amerikaan bij, en zo breidt je netwerk zich snel uit. Toen kwam een volgende stap. Ik postte eens iets op de site van Stichting De Greb, mailde een aantal keren met Eppo Brongers, had een aantal ontmoetingen met Jens van de Vorm, en liep uiteindelijk Allert Goossens tegen het lijf. Kort daarop gevolgd door het eerste bezoek aan het Duitse militaire archief in Freiburg, wat een hele belevenis was. Dan realiseer je je dat je er inmiddels heel diep inzit en dat meer informatie verzamelen bijna dwangmatig wordt …
Het allermooiste voor mij aan deze hobby is het onderzoek. Met name de overleggen, discussies en soms tot irritatieniveau opgedreven uitwisselingen [in de zin van ‘elkaar uitdagen’, advocaat van de duivel spelen] met Allert zijn geweldig en onvervangbaar. Het opzoeken en rechercheren van Duits bronmateriaal, het vinden van antwoorden, het weerleggen van oude en het verzamelen van nieuwe feiten en omstandigheden uit materiaal dat ergens voorhanden is en alleen gezocht, gevonden en benut moet worden. Daarnaast het voorkomen van tunnelvisie in de onderzoeken, het niet klakkeloos herhalen wat al zo vaak gezegd en geschreven is en bovenal het daadwerkelijk bijdragen aan (kleine) veranderingen in de geschiedschrijving, is onvervangbaar en sterken om door te gaan met deze “missie”. Dat daarbij de steun van het thuisfront onontbeerlijk is moge duidelijk zijn.
Rest mij nog de hoop uit te spreken dat voor de lezers van deze website mag blijken dat een gedegen en onbevooroordeeld onderzoek ten grondslag heeft gelegen aan de resultaten die op deze site staan gepubliceerd. En dat het anderen zal uitdagen dit onderzoek in de toekomst te vervolmaken aangezien nieuw bronmateriaal zich blijft aandienen en veel mensen soms fracties informatie over bepaalde gebeurtenissen hebben die niet in de officiële bronnen zijn terug te vinden. Het dient alleen gezocht, gevonden en benut te worden. Dat klinkt eenvoudiger dan het is, maar Allert en ik zien in het tomeloos zoeken naar nieuwe informatie de essentie in het ontsluiten van die nieuwe informatie en dus over details van de strijd in mei 1940.
Hugo van Dijk