Bruggenhoofd Willemstad
Het kleine bruggenhoofd Willemstad - dat een sector besloeg rondom het stadje Willemstad - viel in feite onder de Groep Numansdorp, maar de troepen die er gelegerd zouden worden als veiligheidsscherm [voorverdediging] tegen Duitse oversteekpogingen stamden uit het vak Hellevoetsluis.
In het bruggenhoofd werd bij aanvang van de mobilisatie een compagnie infanterie [1-I-39RI] en een halve compagnie [1/2 MC-I-39RI] zware mitrailleurs gestationeerd. Spoedig werd deze bezetting echter herverdeeld. Meer dan de helft van deze troepen werd naar Willemsdorp gezonden.
Tot 15 april 1940 had de bezetting van Willemstad slechts bestaan uit de staf en twee secties van 1-I-39RI. Toen na de invasie van de Scandinavische landen de kaarten werden verhangen aan het oost- en zuidfront, veranderde er veel. 1-I-39RI kreeg zijn beide secties er weer bij, en de twee secties en stafgroep van MC-I-39RI kwamen ook terug in Willemstad. Deze eenheden hadden tot dan toe in het vak Wieldrecht [dekkingsdetachement Willemsdorp] gelegen.
Het betekende dat circa 230 man de bezetting vormden van het bruggenhoofd Willemstad, waarbij vier zware mitrailleurs waren ingedeeld als zwaarste wapens. Daarbij kwamen enkele militairen met speciale functies die de inundatiewerken en nog gebruikte oude vestingwerken rondom Willemstad beheerden onder commando van een opzichter fortificatiën [een onderofficier] bij iedere locatie. Willemstad had tevens een eigen luchtwachtdienst.
Het hoofdkwartier van de Nederlandse bezetting was gevestigd in het Restaurant Bellevue, dat lag [ligt] aan het centrale plein langs de binnenhaven van het oude vestingstadje, schuin tegenover het Arsenaal waar een kazerne was ingericht.
Willemstad [inclusief Numansdorp] was het centrum van het 3e inundatiestation [1e was Brielle, 2e Hellevoetsluis, 4e Moerdijk] dat viel onder de 3e inundatieafdeling [C. kapt. A. Burgdorffer]. Onder dit station viel de zorg voor zowel inundaties, waterwerken en vestingwerken. Hieronder sorteerden ook de drie oude fortificatiën De Hel en Sabina bij Willemstad en Prins Hendrik bij Ooltgensplaat. Tevens hoorde de bouw van kazematten, draadversperringen en het voorbereiden van de geplande tankgracht hierbij.
Het inundatiestation [gevestigd in Willemstad] had een militaire leiding met enkele soldaten als assistenten. Het merendeel van “de handjes” bestond echter uit burgers.
De stellingen te Willemstad [e.o.] werden vooral vormgegeven door de bezetting van oude vestingwerken. Deze waren stuk voor stuk ongeschikt voor de moderne oorlogsvoering. De forten De Hel en Sabina werden bezet door een sectie, versterkt met enige zware mitrailleurs. Voorts werden twee secties in de sectoren daartussen gepositioneerd. Een groep met een zware mitrailleur werd bij de sluis te Dintelsas geplaatst; zo ook een groep te Dinteloord, Stampersgat en Standdaarbuiten. Zo werd de gehele sector tussen Fijnaart en Willemstad van bewaking voorzien, wat overigens ten koste ging van vier van de zes zware mitrailleurs voor de verdediging van sleutelpositie Willemstad zelf.
Er waren veldstellingen voor een bataljon infanterie voorbereid, in anticipatie op het bezetten daardoor door 3GB. Er waren geen moderne permanente veldversterkingen aangebracht. Versperringen van uitvalswegen waren voorbereid, en de binnenwegen die boven de geplande inundaties zouden uitsteken waren gedekt door (lichte) mitrailleurgroepen.
De inundaties waren gesteld in de nacht van 9 op 10 mei. Zij omzoomden het gebied rondom Willemstad. De accessen waren met voorbereide artillerievuren door drie oude afdelingen vestinggeschut vanuit Groep Spui gedekt.
De sterkte van de voorverdediging rondom Willemstad – met als enig doel de vijand oversteken bij deze positie te belemmeren – was ronduit zwak. Met de slechts 230 man gevechtstroepen ondersteund door slechts zes zware mitrailleurs zou aan een dergelijk taak niet kunnen worden voldaan. Het betrof dan ook slechts een veiligheidsbezetting die met een bataljon infanterie zou worden versterkt als de strijd eenmaal had aangevangen. De positie had naast inundaties en indirecte artilleriedekking, geen beschikking over zware wapens of permanente veldversterkingen.