Afbeelding
Gerardus van der Mark
Eerste luitenant Gerardus van der Mark (1896-1996). In 1918 be digd tot tweede luitenant der artillerie, maar behorende tot het daaronder ressorterende Korps pontonniers en torpedisten. Hij werd in december 1958 eervol ontslagen uit de krijgsmacht als luitenant-kolonel der pontonniers. Hij zou in Dordrecht blijven wonen en worden begraven, na als 100-jarige op oudjaarsdag 1996 te zijn overleden.
Van der Mark zou lange tijd als adjudant van het depot Pontonniers en Torpedisten fungeren en diverse commandanten meemaken. Tweemaal werd hij met Josephus Mussert als depotcommandant geconfronteerd. Van der Mark had grote problemen met luitenant-kolonel Mussert en zou gedurende de mei van 1940 zijn chef, die toen kantonnementscommandant van Dordrecht was, op zijn zachtst gezegd 'kritisch dienen'. Hardere oordelen zijn ook mogelijk. Op 12 mei 1940 rond 18.00 uur zo Van der Mark als kapitein-adjudant van Mussert bij de nevengroep te Puttershoek de C-Groep Kil smeken om Mussert af te zetten. Het leidde tot een tijdelijke bevelvoeringscrisis in Dordrecht, die door generaal Van Andel werd gesmoord.
Van der Mark bleef zijn chef echter bij andere officieren, met name bij stafofficieren van de Lichte Divisie, in diskrediet brengen en zou zo mede de voorwaarden scheppen voor de latere moord op de overste Mussert. Op 14 mei 1940 achtte een subalterne officier met piketdienst (lt Kruithof) het moment daar om een daad te stellen. Hij wilde Mussert 'en zijn kliek', waaronder ook Van der Mark werd gerekend, arresteren. Die arrestatie, die plaats zou vinden terwijl Mussert met een groep officieren van het depot krijgsberaad hield, liep geheel uit de hand. Daarbij werd de overste Mussert door de luitenant Kruithof neergeschoten met vier pistoolschoten, onder het mom dat de overste zich zou hebben verzet. Diezelfde dag overleed Jo Mussert in een Gorinchems ziekenhuis.
Van der Mark zou zijn overste nooit vergeven en hem ook naoorlogs van verraad blijven betichten, ondanks dat voor het tegendeel veel meer bewijs en aanwijzing was. De obsessie van het verraad van Mussert de gewezen kapitein-adjudant echter niet meer loslaten en zijn lange leven blijvend knagen aan zijn zielerust. Nog op 93-jarige leeftijd schreef hij een emotionele brief aan de minister van defensie, dat men hem, toenmalige adjudant van overste Mussert, niet moest verdenken van betrokkenheid bij het verraad.
Kapitein Van der Mark was de nemesis van overste Mussert gebleken en had grote oorzakelijke betrokkenheid bij de latere moord op de overste door zijn voortdurende karaktermoord op de overste en zijn actieve, welbewuste subversieve handelingen jegens Mussert tijdens de oorlogsdagen. Vele mede officieren veroordeelden Van der Mark voor deze handelwijze, zoals ook bleek tijdens de verhoren en verhandelingen tijdens de moordzaak, die diende aan het Vredesgerechtshof in Den Haag, waar de luitenant Kruithof als hoofdverdachte in de beklaagdenbank stond. Menig officier noemde Van der Mark ontrouw aan zijn chef en betichtte hem van een mes in de rug steken van zijn commandant. Beschuldigingen die Van der Mark diep zaten. Anderzijds zou de kwestie Van der Mark zo traumatiseren, dat hij zijn leven lang door de zaak achtervolgd werd. Met de dood van Mussert was voor hem de zaak dus nog niet afgerond, in tegendeel. Hem wachtte nog 56 jaar herinnering. Een tragisch geval, van welke kant men de zaak ook benaderd.
Fotorechten onbekend (niet bij Stichting Kennispunt)