Afbeelding

Renault FT-17

Renault FT-17

De Renault FT-17 [hier afgebeeld zonder terrein-staartstuk] is om vele redenen - ook in Nederland - bekend geworden. Ten eerste omdat het de meest gebouwde tank van WOI was en daarmee in feite de eerste tank die werkelijk massaal (zij het in de laatste fase van WOI) het slagveld zag. Ten tweede omdat de enige tank die Nederland vooroorlogs aankocht - om inundaties te testen en als proefobject - een FT-17 tank was, waarvan de foto's uit een Nederlandse propagandaserie uit de mobilisatietijd vrij veel bekendheid genieten. Ten derde omdat de FT-17 ook in 1940 nog de meest voorkomende tank in het Franse leger was.

De offici le benaming voor de Renault FT-17 was "Automitrailleuse a chenilles Renault FT modele 1917" [lett: zelfaangedreven mitrailleur op rupsbanden]. De letters FT waren gewoon een typecode en hebben - in weerwil van veel wilde verhalen - geen betekenis.

De FT-17 was een prototype uit 1916. Nadat het prototype na veel moeilijkheden aanvaard was door het Franse leger, werden nog allerlei modificaties doorgevoerd, niet in de laatste plaats in de mechanica en motor. Pas in 1918 begon de productie zulke serieuze vormen aan te nemen dat circa 3,000 FT-17's waren geproduceerd voor november 1918, toen WOI vrij plotseling tot een einde kwam. Grootgebruikers waren het Franse en het Amerikaanse leger. Het merendeel van de tanks was uitgerust met een Hotchkiss 7,92 mm mitrailleur. Met een aangepaste toren kon ook een Puteaux 3,7 cm kanon worden ingebouwd. Het gevechtsgewicht was 6,5 ton. Zelfs na WOI werd de tank nog volop geproduceerd en ge xporteerd naar talloze landen.

In 1940 was deze lichte tank van de eerste generatie in feite geheel verouderd. Desondanks waren er nog grote hoeveelheden in gebruik, zowel in gevechtseenheden als lichte tank als in gepantserde ondersteuningseenheden. Ook werd de tank regelmatig als commando of verbindingsvoertuig gebruikt bij de cavalerie en tankeenheden. Met zijn 22 mm frontaal en koepelpantser en 16 mm zijpantser, was de weerstand tegen alle met reguliere munitie vurende handvuurwapens en lichte artilleriescherven wel verzekerd. Maar alle pantserbrekende wapens, inclusief pantsermunitie van gewone wapens (die ruim voorhanden was in het Duitse leger), konden het pantser doorboren. Daarnaast was de tank tergend langzaam, en haalde deze op de weg nog geen 8 km/u. In mei 1940 waren de tanks uitgerust met een Hotchkiss 7,92 mm mitrailleur of in enkele uitvoeringen met het bekende korte kanon SA-18 van 3,7 mm.

In 1940 had het Franse leger nog steeds ruim 500 tanks in gebruik bij parate eenheden. Bovendien ruim 900 bij ondersteundende en instructie eenheden, ook in de koloni n. Zo'n 1,300 waren er opgeslagen of ontwapend in arsenalen voorhanden. Een enorm aantal van ruim 2,700 FT-17's dus nog. Ook Finland, Polen en Joegoslavi hadden nog enige exemplaren operationeel.

De Franse eenheden die in mei 1940 nog met de FT-17 waren uitgerust waren:
- 501.RCC [30.BCC en 31.BCC met elk 63 FT-17]
- 504.RCC [11.BCC en BCC Colonial met resp. 42 en 63 FT-17]
- 506.RCC [18.BCC en 36.BCC met elk 63 FT-17]
- Centre Mobilisateur 513 [29.BCC en 33.BCC met elk 63 FT-17]
- 50.BCC [met 40 FT-17]
- 45.BCC [speciale politie eenheid met enige FT-17's en andere tanktypes]

In Scandinavi [Franse expeditionaire leger in Noorwegen]:
- 343.CACC [zelfstandige tankcompagnie, met 21 FT-17]
- 344.CACC [zelfstandige tankcompagnie, met 21 FT-17]

In de koloni n:
- 64.BCC [45 FT-17]
- Vier zelfstandige secties in Algerije, met totaal 12 FT-17
- 62.BCC [15 FT-17, Marokko]
- 66.BCC [45 FT-17, Marokko]
- Negen zelfstandige secties in Marokko, met in totaal 27 FT-17
- E n zelfstandige compagnie in Tunesi , met 15 FT-17
- Zes zelfstandige secties in Tunesi , met 18 FT-17
- E n zelfstandige compagnie in het Midden Oosten, met 28 FT-17

[Collectie: Goossens]

Categorie Help / Overig Zuidfront Holland (92 afbeeldingen)